

Bestuur en financiën
Waarom wij in de raadsvergadering tegen de Regionale Energie Strategie (RES) hebben gestemd.
Spreektekst Raadsvergadering 27 mei 2021 van Jos Kerkhoven Raadslid Democratisch Zaanstad:
De Regionale Energie Strategie (RES) heeft geen juridische binding, waardoor er op de RES geen bezwaar en beroep kan worden aangetekend.Echter, ook in het proces van de RES heeft de burger geen of zeer weinig invloed gehad. De burger krijgt wel de lasten en niet de lusten!
Omdat DZ zich ernstig zorgen maakt over zowel het democratisch gehalte van het gehele proces van de RES tot nu toe als wel hetgeen ons nog te wachten staat, willen wij hier vanavond het volgende over zeggen:
Regionale Energie Strategie (RES) zet burgers met de rug tegen de muur
In de RES is dus onvoldoende tot geen aandacht voor de positie van de burgers. Zij worden geconfronteerd met oplopende kosten ten behoeve van de uitvoering van de energietransitie. Het voorgestelde RES proces zorgt er tevens voor dat de burgers met de rug tegen de muur worden gezet t.a.v. hun leefomgeving.
Maar het kan nog erger. In de beoogde wijzigingen van de Klimaatwet wordt een reeks instrumenten geïntroduceerd die het mogelijk maken het klimaatbeleid snel en flexibel bij te sturen. Doelstellingen worden daarbij aangescherpt en juridisch afdwingbaar. Daarmee wordt beoogd dat de Klimaatwet de wet is, die borgt dat Nederland een maximale inspanning gaat leveren om het -1,5°C doel te halen.
Opwekking hernieuwbare energie
In 2016 produceerden we 49.7 miljard m3 gas en importeerden we 35,5 miljard m3. O.a. uit Noorwegen en Rusland. De Russische import is de laatste vijf jaar verdubbeld. 38 miljard m3 voor eigen gebruik en 41 miljard m3 is voor export naar bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, VK, België en Italië. De rol van Nederland is niet alleen goed voor onze economie; het is ook belangrijk voor de leveringszekerheid. Overigens kunnen wij in Nederland nog zo’n 30 jaar aardgas winnen. Waarschijnlijk voldoende voor de transitieperiode naar 2050.
Van het primaire energiegebruik was in 2020 slechts 7% hernieuwbaar opgewekt. Van die 7% was ook nog meer dan de helft afkomstig uit discutabele biomassa. Wat ook weinig bekend is dat we met 7,7 miljoen huishoudens samen nu slechts ca. 5% van ons totale energiegebruik in de vorm van elektriciteit gebruiken. Dus, als we alle elektriciteit bij huishoudens klimaatneutraal opwekken, blijft er nog 95% fossiele energie over. Grootschalige duurzame energie kunnen we bij lange na niet voldoende opwekken voor 2030 of 2050.
Zonne-energie is niet voldoende
Universiteit Wageningen heeft onderzoek naar de opbrengst van een zonneweide: “ Wat levert een Zonneweide per hectare (ha) op?” (Bron: https://edepot.wur.nl/336567). Op basis van dit onderzoek concludeerden ze dat op efficiënt ingedeelde zonneparken een vermogen van 0,5 MWp (megawattpiek) per hectare te realiseren is. Hiermee is onder ideale omstandigheden 1.000 kWh (kilowattuur) per KWp (kilowattpiek) per jaar aan stroom op te wekken. Dat is een stroomopbrengst van 500 MWh per ha, ongeveer het verbruik van 150 huishoudens. Waarom zonneakkers bij lange na niet voldoende energie leveren is daarmee duidelijk. Een zonnepark van 100 ha levert per jaar niet meer dan 100 x 500 MWh = 50.000 MWh per jaar. Dat lijkt veel, maar energetisch stelt het weinig voor. Het komt neer op 32 draaiuren van de Eemshaven centrale.
Windenergie met 79% back-up van gascentrales
Van meerdere kanten wordt beweerd dat windenergie – vooral elektriciteit uit wind op zee – binnenkort goedkoper zou worden dan elektriciteit uit fossiel- of kernenergie. En dat ook nog zonder subsidie.
Maar windturbines produceren namelijk alleen elektriciteit als het voldoende waait en hebben dan voorrang op het net. Volgens ervaringscijfers hebben windmolens op land slechts een productiecapaciteit van 21%. Gedurende de overige 79% is er back-up nodig van vooral gascentrales.
Een gascentrale kan daarentegen wel continu elektriciteit leveren; ook als het niet waait. Die centrale kan bovendien bij- en afregelen naarmate de vraag naar elektriciteit bij de gebruikers varieert. Dat doet die windmolen niet, die levert evenals een zonnepark, aanbod gestuurde elektriciteit. De centrales moeten daarbij de fluctuaties van de elektriciteit snel compenseren en daardoor moeten ze continu stand-by staan. De wind kan namelijk plotseling wegvallen of overgaan in harde storm, waardoor de windturbines plotseling stilgezet moeten worden. Dat regelen en stand-by staan is de reden dat zo’n centrale veel minder efficiënt draait met veel lager rendement (circa 20% in plaats van 50-60% bij volle belasting) en dat brengt voor die centrales veel extra kosten met zich mee. Die kosten moeten natuurlijk wel worden opgebracht en zitten daarom versleuteld in de elektriciteitsprijs voor de burger.
In 2050 blijven gascentrales nog steeds voor 50% verantwoordelijk voor de totale energiebehoefte.
Het regeringsbeleid is dat voor de toekomstige elektriciteitsvoorziening alle conventionele centrales, behalve de gascentrales, zullen worden gesloten. In 2030 al zijn de belangrijkste energiebronnen dus aardgas, duurzame energie en import, waarbij de import ook duurzaam moet zijn. Volgens de onderzoekers van de RUG zal het aandeel duurzame energie in het volledig elektrisch scenario beneden de 40% blijven vanwege grote elektriciteitsvraag. In dit scenario zijn gascentrales voor ongeveer 50% verantwoordelijk voor de totale energiebehoefte in 2050.
Volgens de onderzoekers is in feite daarvoor in 2050 een capaciteit van ongeveer 25 GW (gigawatt) aan gascentrales nodig, een verdrievoudiging vergeleken met de huidige geïnstalleerde capaciteit van 9 GW. Dat betekent dat de totale gasvraag voor de binnenlandse markt in 2050 ongeveer op hetzelfde niveau blijft als de huidige gasconsumptie, namelijk 30-35 miljard m3!
In deze studie wordt daarbij ook geconcludeerd dat de CO2-reductie voor het gasloos maken van woningen in 2050, slechts 20% is van de huidige emissie in plaats van een reductie van 95 -100%. Het is volstrekt onbetaalbaar en de benodigde duurzame energie is bij lange na niet voldoende aanwezig. Zelfs niet in 2050! Het wrange daarbij is dat het aardgasgebruik op hetzelfde huidige niveau zal blijven, maar dan omgezet in elektriciteit en tegen zeer hoge kosten voor de burger.
Kosten energietransitie in rekening gebracht bij de inwoners
Een belangrijke negatieve eigenschap is namelijk dat hernieuwbare energie uit zon en wind aanbod gestuurd is. Daarbij zal er altijd een gelijke hoeveelheid fossiel energievermogen als back-up klaar moeten staan om aan de vraag te voldoen tijdens windstille dagen en wanneer de zon niet of niet voldoende schijnt. Echter, deze noodzakelijk back-up betekent wel ook CO2 uitstoot.
Overigens bestaat de energienota anno 2021 voor 61% uit belastingen, 29% uit daadwerkelijk verbruik gas/elektriciteit en voor 10% uit netwerkkosten. De energietransitie, die niets bijdraagt aan de energiebehoefte, wordt rücksichtslos in rekening gebracht bij de inwoners door de overheid.
Helaas lezen we: ”In de RES regio’s spelen kerncentrales geen rol, omdat ze – onder meer vanwege de zeer complexe realisatieprocedures – niet voor 2030 gerealiseerd kunnen worden en omdat niet de regio, maar de rijksoverheid hierover gaat.
Democratisch Zaanstad vindt dat kernenergie en de nieuwe ‘brandstof’ thorium als groene vervanger van uranium een kans verdienen als een goed alternatief.
Tot slot voorzitter,
Overheid moet belangen van ‘alle’ burgers meenemen
Daar waar de burger een bouwvergunning tegen kan houden vanwege het broeden van een ijsvogel, staat de burger buitenspel als het gaat om een energiestrategie voor de komende 30 jaar met enorme landschappelijke gevolgen en gigantische financiële consequenties. De belangen van de burger zijn niet voldoende meegenomen, dit in tegenstelling tot partners met zakelijke, bestuurlijke en subsidie belangen.
En als we luisteren naar Zaanse activisten bij de inspraak dat we vooral moeten luisteren naar wetenschappers tja… dat hebben wij gedaan. Maar klaarblijkelijk zijn dit andere personen dan waar de Zaanse activisten mee praten. Die beweren o.a. dat over dertig jaar de waddeneilanden zijn verdwenen en Amersfoort aan zee ligt door de stijging van de zeespiegel.
Voorzitter, het zal u niet verbazen dat wij tegen dit raadsvoorstel zullen stemmen.
📂 Financiering
DZ vragen aan het college over de financiële situatie van het ZMC!

Zij scoort in rapport van BDO Accountants & Adviseurs met een 2 het laagste van alle 62 beoordeelde ziekenhuizen.
DZ en POV hebben najaar 2018 het college al vragen gesteld over de financiële positie van ZMC en beantwoord gekregen. Maar… hoe kan het dat de continuïteit nu in gevaar is n.a.v. dit rapport van 16 november jl.? Er is niet zonder reden een continuïteitsparagraaf opgenomen in de controleverklaring van de accountant.
In dat licht stelt DZ vragen. Bij de jaarrekeningen van ZMC heeft de accountant namelijk een onzekerheid van materieel belang omtrent de continuïteit gerapporteerd. Voor het ZMC geldt dat dit een nieuw feit is.
Wij zijn niet alleen erg benieuwd te weten hoe het college dit nieuwe feit beoordeelt, maar ook welke consequenties het college voorziet in de zin van een herwaardering of herbeoordeling ten aanzien van de kredietfaciliteit.
En welke juridische en financiële gevolgen heeft de rapportage van de accountant ten aanzien van het oordeel dat bij het ZMC sprake is van ‘een onzekerheid van materieel belang omtrent de continuïteit’?
Het reikt te ver om hier alle vragen te vermelden. Het komt erop neer dat DZ graag inzicht krijgt in de handel en wandel van het ZMC van de afgelopen jaren. Houden de argumenten van het ZMC stand die ertoe hebben geleid dat zij niet het resultaat naar een positieve hebben weten om te buigen?
Tot besluit zou DZ graag van het college willen weten welke concrete afspraken er met het ZMC zijn gemaakt ten aanzien van de verbetering van hun rendementspositie.
Bestuur en financiën
Gemeente omzeilt eigen kosten voor watertoeristenbelasting.

Gemeente omzeilt eigen kostenvoor watertoeristenbelasting.Democratisch Zaanstad ontdekte ook nog een onwaarheid in het schrijven van de gemeente aan de ondernemers, en stellen 17 vragen aan het college hierover.
Tekst Zaanstad.nieuws.nl:
De Zaanse watersportverenigingen hebben van de gemeente tien dagen de tijd gekregen om te laten weten of ze er door het tekenen van een ‘vaststellingsovereenkomst’ vanaf zien om hun aangifte van de watertoeristenbelasting over het werkelijke verblijf van gasten te doen, en kiezen voor een vast bedrag voor vaste ligplaatsen. Dat laatste scheelt Zaanstad een duur onderzoek.
De weerstand tegen de invoering van de gemeentelijke heffing is groot binnen de sector, die de bezwaren keer op keer zonder succes heeft toegelicht. De gemeenteraad stemde er in meerderheid mee in. Nu de afdeling Belastingen in actie is gekomen, heeft Democratisch Zaanstad daar de nodige vragen bij. De vaststellingsovereenkomst komt volgens de fractie uit de lucht vallen en de juridische onderbouwing is niet helder.
Verhuurders van ligplaatsen krijgen vanwege de dit jaar ingevoerde watertoeristenbelasting na afloop van het seizoen vanaf 31 oktober een aangifteformulier waarop ze moeten invullen hoeveel vaste ligplaatsen er zijn verhuurd en hoeveel passanten voor hoelang een tijdelijke ligplaats hebben gebruikt. De gemeente rekent dan de verschuldigde belasting uit.
Gemiddeld bezoek
Voor de vaste ligplaatsen wordt een forfaitair aantal verblijven gehanteerd, dat wil zeggen een vast, van te voren bepaald aantal bezoeken aan de ligplaats. Per ligplaats is dat gemiddelde vastgesteld op achttien etmalen met 2,1 personen, dus 37,8 etmalen. Het tarief voor 2021 is twee euro per etmaal verblijf en dus moet er per vaste ligplaats 75,60 euro worden afgerekend. Hoe reëel deze forfaitaire heffingsmaatstaf is moet echter nog duidelijk worden uit gemeentelijk onderzoek naar het werkelijke gebruik van boten met vaste ligplaatsen.
Privacy
Als verhuurders nu de aanslagen in de bus vallen kunnen aantonen dat er minder verblijf is gehouden dan 37,8 etmalen, kan aangifte worden gedaan voor het werkelijke aantal. Dat kan echter alleen voor alle ligplaatsen tezamen – niet dus niet voor een enkele minder gebruikte ligplaats – en de claim moet met een goede registratie onderbouwd worden. De jachthavens hebben hier moeite mee, vanwege de privacy-gevoeligheid van deze informatie. Het is mede om die reden dat de vaststellingsovereenkomst is bedacht – en om de gemeente geld te besparen.
Verplicht onderzoek…
Het forfait voor vaste ligplaatsen voorkomt dat besturen van verenigingen en exploitanten van havens iedere dag moeten bijhouden en registreren hoeveel personen op de vaste ligplaatsen verblijven. Maar een voorwaarde voor het gebruik van een forfait is dat de aantallen zijn onderzocht. De gemeente moet dus onder de watersporters bevragen over het aantal malen dat zij jaarlijks op hun in Zaanstad liggende boot verblijven. Dat gaat om etmalen of delen daarvan.
… en het omzeilen van onderzoek
‘Uit landelijk en regionaal onderzoek kunnen wij goed voorspellen dat het gemiddelde van achttien etmalen met 2,1 personen ook in Zaanstad zal kloppen. Echter, we moeten het ook daadwerkelijk vaststellen. Dit onderzoek wordt echter als privacygevoelig ervaren omdat we uw gasten rechtstreeks gaan benaderen. Hoewel wij het recht daartoe hebben op grond van de belastingwetgeving (die voorrang heeft op de AVG), willen wij ook niet zover gaan dat we dit gaan afdwingen. Temeer omdat er een mogelijkheid is om onder dit intensieve en dus dure onderzoek uit te komen,’ zo schred de gemeente aan de betrokken verhuurders: de vaststellingsovereenkomst.
‘Als iedere belastingplichtige met vaste ligplaatsen – de verenigingsbesturen en exploitanten van commerciële bedrijven – een overeenkomst sluit met de gemeente dan hoeft het onderzoek niet plaats te vinden.’ Er wordt dan gewoon met Zaanstad afgesproken dat het werkelijke verblijf op de vaste ligplaatsen jaarijks 37,8 etmalen per ligplaats is. Er hoeft niets meer bijgehouden te worden en omdat formeel het forfait niet wordt toegepast, hoeft dat ook niet meer onderzocht te worden.
Kosten en baten
De gemeente maakt dus een verordening die moet leiden tot extra inkomsten, en omzeilt vervolgens dát deel van de nieuwe regels dat haarzelf op kosten jaagt. Dat is des te opmerkelijker omdat van diverse kanten is gesteld dat de heffing van watertoeristenbelasting de gemeente vanwege de daarvoor de maken kosten sowieso niets oplevert. Blijken de uitgaven groter dan de baten, dan kan de heffing weer van tafel. Ondernemers die Zaanstad helpen de kosten te verlagen door de vaststellingsovereenkomst te tekenen, zouden er daarmee dus aan kunnen bijdragen dat de impopulaire belasting juist in stand wordt gehouden.
Raad stelt tarieven vast
Democratish Zaanstad ontdekte ook nog een onwaarheid in het schrijven van de gemeente aan de ondernemers. Daarin staat dat de overeenkomst gaat gelden voor de jaren 2021 tot en met 2025. Als bijkomend voordeel wordt genoemd dat aanbieders van ligplaatsen daarmee voor meerdere jaren weten waar ze financieel aan toe zijn voor de heffing van de watertoeristentaks over de vaste ligplaatsen. Dat is echter niet zo, zoals ook elders in de brief te lezen is: het is de gemeenteraad die jaarlijks de tarieven bepaalt en die kunnen fluctueren.
DZ is nu benieuwd hoeveel vaststellingsovereenkomsten er inmiddels gesloten zijn en welke financiële waarde die vertegenwoordigen: meer of minder dan de voor dit jaar begrote 40.000 euro? Komende week staat het tarief voor 2022 op de agenda van de raad, tijdens de begrotingsbehandeling.
Bestuur en financiën
Nog geen subsidie voor lokale partijen

Angst bij de gevestigde orde in Den Haag om subsidies te verstrekken aan lokale partijen.
Zijn alle politieke partijen in de gemeenteraad gelijk? Niet als het gaat om subsidie voor scholing, ledenwerving, onderzoek en campagnes. Dat budget – 10 miljoen euro algemene subsidie plus 6 miljoen voor wetenschappelijke bureaus en jongerenorganisaties – gaat uitsluitend naar raadsfracties die ook in de Tweede Kamer zitten. Lokale partijen moeten zelf op zoek naar geld en door zelf als fractie geld te storten in de kas.
Tekst: VNG magazine. 3 november 2021 | Rutger van den Dikkenberg
De Tweede Kamer houdt vooralsnog tegen dat ook lokale politieke partijen subsidie krijgen. Een motie van JA21 en de BoerBurgerBeweging om lokale partijen te subsidiëren, kreeg verre van een meerderheid.
Politieke partijen krijgen subsidie op basis van het aantal zetels in de Tweede Kamer. Daardoor vissen lokale partijen achter het net. Een ‘kromme situatie’, zegt JA21-Kamerlid Joost Eerdmans, zelf lang actief voor Leefbaar Rotterdam. Demissionair minister Kajsa Ollongren (BZK) ontraadt de motie echter. Alhoewel ze het eens is met de stelling dat ook de lokale partijen subsidie moeten kunnen krijgen, houdt ze vooralsnog de boot af. De minister werkt nog aan een Wet op de Politieke Partijen, waarin de subsidie geregeld kan worden, maar op dit moment is er geen dekking voor.